De loonsanctie in de WIA

Als een werknemer een WIA-aanvraag indient bij het UWV, moet hij een verslag meesturen. In dat verslag staan de re-integratie inspanningen van de werkgever en werknemer in de voorgaande twee ziektejaren. Het UWV toetst dit verslag. Als het UWV vindt dat te weinig aan re-integratie is gedaan of niet de juiste inspanningen zijn verricht dan kan het UWV de werkgever een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting (VLV) opleggen. Ook wel loonsanctie genoemd. De werkgever moet het loon dan ook na het tweede ziektejaar doorbetalen. Jaarlijks wordt bij zo’n 3000 werkgevers een loonsanctie opgelegd zo blijkt uit gegevens van het UWV.

De werkgever kan bezwaar maken tegen de loonsanctie. Het is echter beter om een loonsanctie te voorkomen. Een loonsanctie wordt in bezwaar namelijk niet zomaar ongedaan gemaakt. Zie ter illustratie een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 04 maart 2021 (ECLI:NL:CRVB:2021:462). Het zijn ingewikkelde juridische geschillen met grote financiële belangen.

Het is van belang u goed te (laten) informeren over de re-integratieverplichtingen.

Hieronder worden deze uiteengezet.

De re-integratieverplichtingen

De re-integratieverplichtingen zijn te vinden in Wet verbetering poortwachter en de verlenging van de loondoorbetaling. In deze wet staat beschreven welke stappen werkgever en werknemer moeten volgen als een werknemer langdurig ziek dreigt te worden.

De verplichtingen beginnen al in de eerste week van de ziekmelding. Zo moet de ziekte uiterlijk binnen één week na de eerste ziektedag worden gemeld bij de arbodienst of bedrijfsarts. Na zes weken moet een probleemanalyse worden gemaakt. Hierin staat waarom de werknemer niet meer kan werken, wat de mogelijkheden zijn tot herstel en wanneer de werknemer denkt het werk weer te kunnen hervatten.

Binnen acht weken of uiterlijk twee weken na de probleemanalyse moet in overleg met de werknemer een Plan van Aanpak worden opgesteld. In dit plan staat beschreven wat werkgever en werknemer gaan doen om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Er moet vervolgens een re-integratiedossier worden opgemaakt waaruit het verloop van de ziekte blijkt en alle activiteiten die werkgever en werknemer hebben ondernomen om terugkeer naar werk mogelijk te maken, worden bijgehouden. Iedere zes weken moet de werkgever de voortgang met de werknemer bespreken.

In de 42e week na de eerste ziektedag moet de werkgever de werknemer ziek melden bij het UWV. Blijft de werknemer onverhoopt lang ziek, dan volgt tussen week 46 en 52 een eerstejaarsevaluatie. Het afgelopen jaar wordt daarbij geëvalueerd en werkgever en werknemer stellen vast welk re-integratieresultaat ze in het tweede ziektejaar willen behalen en hoe ze dat gaan doen.

Is de werknemer na twintig maanden nog niet volledig aan de slag, dan stelt de werkgever in overleg met de werknemer een re-integratieverslag op. Hierin staan alle afspraken en concrete resultaten van de geplande werkhervatting.

Hebben alle inspanningen niet geleid tot terugkeer naar het werk, dan ontvangt de werknemer in de 87e week een WIA-aanvraagformulier van het UWV. Dit formulier moet hij binnen drie weken terug sturen aan het UWV. Snel daarna beoordeelt UWV het re-integratieverslag en voert het een WIA-keuring uit en start de WIA-uitkering indien aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.

Toets door het UWV

Als een werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt is en een WIA-aanvraag doet, toetst het UWV de re-integratie-inspanningen in de eerste twee ziektejaren. Het UWV doet dat aan de hand van het re-integratieverslag dat de werkgever en de werknemer samen opmaken. Het re-integratieverslag is een weergave van de ondernomen re-integratie-inspanningen en moet tegelijk met de WIA-aanvraag worden ingediend, uiterlijk in de 93e verzuimweek. Het re-integratieverslag moet alle vereiste onderdelen bevatten. Het verslag is ondertekend door zowel de werkgever en werknemer. Is dat niet het geval, dan legt het UWV een administratieve loonsanctie op. Zorg er dus voor dat administratief alles klopt, want daarmee voorkom je een hoop ellende.

Het UWV beoordeelt vervolgens of de werkgever en de werknemer voldoende re-integratie-inspanningen hebben verricht (zie artikel 65 WIA). Het resultaat staat voorop. De re-integratie is in principe voldoende als de werknemer naar vermogen (weer) aan het werk is. Is dat niet het geval dan wordt gekeken waarom niet en of daarvoor een deugdelijke grond bestaat. Als blijkt dat in de eerste twee ziektejaren re-integratiekansen zijn gemist dan kan dat nog worden hersteld. Is herstel niet mogelijk dan wordt de WIA-beoordeling (met een jaar) uitgesteld en wordt de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever verlengd.

Zoals uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 04-03-2021 (ECLI:NL:CRVB:2021:462) kan worden opgemaakt worden de inspanningen streng getoetst. Hoe klein de kans op hervatting van werk ook is, toch moet de werkgever onderzoeken of er een mogelijkheid is. De werkgever mag daarbij niet af gaan op zijn eigen oordeel. Van een werkgever wordt verwacht dat hij een haalbaarheidsonderzoek start naar arbeidsmogelijkheden in het tweede spoor en dat hij gebruik maakt van specifieke expertise als een arbeidsongeschikte werknemer ook wordt belemmerd door andere factoren dan ziekte. U kunt daarbij denken aan een eenzijdig arbeidsverleden, geringe scholingsgraad of een gevorderde leeftijd. Dat achteraf een IVA-uitkering wordt toegekend maakt daarbij volgens de Centrale Raad  geen verschil. Bij de toekenning van een IVA-uitkering gaat het immers om een andere beoordelingsmaatstaf dan bij de beoordeling van de re-integratieverplichtingen van de werkgever

Verkorten loonsanctie

De loonsanctie wordt voor maximaal 52 weken opgelegd. Dit betekent dat de werkgever maximaal één jaar het loon moet doorbetalen en verantwoordelijk blijft voor de re-integratie(kosten). Is een werkgever het niet eens met de loonsanctie dan kan hij daartegen bezwaar maken. Echter, het is de vraag of het bezwaar wordt gehonoreerd. Beter is het, zoals al uiteengezet, om de loonsanctie te voorkomen dan wel een bekortingsverzoek in te dienen bij het UWV.

De loonsanctieperiode kan namelijk worden verkort door alsnog aan de vereisten van re-integratie te voldoen. Het UWV moet binnen drie weken na ontvangst van het bekortingsverzoek vaststellen of de tekortkomingen al dan niet zijn ‘gerepareerd’. Is dit geval? Dan wordt de loonsanctie opgeheven, maar niet direct. Er geldt een uitloopperiode van zes weken.

Gevolgen werknemer

Legt het UWV een loonsanctie op aan de werkgever dan heeft dat ook gevolgen voor de zieke werknemer. Gedurende de periode van de loonsanctie zal het UWV namelijk geen WIA-keuring doen, geen besluit nemen over de uitkering en dus ook geen WIA-uitkering verstrekken. Ook mag de werknemer tijdens deze loonsanctieperiode niet ontslagen worden. Met andere woorden, een werknemer zal dan ook inhoudelijk verweer moeten voeren tegen een eventuele beëindiging van het dienstverband.

Wordt de loonsanctie opgeheven? Dan wordt de gebruikelijke procedure opgestart: de werknemer zal door een verzekeringsarts worden gekeurd en het arbeidsongeschiktheidspercentage en het eventuele recht op de WIA-uitkering zal worden vastgesteld. Ook mag de werkgever overgaan tot ontslag, mits de werknemer niet binnen 26 weken zijn werk weer kan verrichten.

Advies en tips

Laat u goed begeleiden en voorlichten wanneer u te maken krijgt met een zieke werknemer. De regels zijn strikt en het niet naleven van deze regels kan grote (financiële) gevolgen hebben.

Doe als werkgever alles wat mogelijk is en soms meer aan re-integratie. Een complexe en onzekere medische toestand levert voor de werkgever geen deugdelijke grond op om re-integratieactiviteiten achterwege te laten. Ook als de arbeidsmogelijkheden zeer beperkt zijn, wordt van een werkgever gevergd dat hij toch re‑integratie‑inspanningen verricht.

Houdt als werkgever tijdens de re-integratieperiode de regie. Ook al draagt u de re-integratie over aan een extern bureau; u bent en blijft als werkgever verantwoordelijk.

Bestaat er twijfelt of er genoeg gedaan is aan de re-integratie of loopt de re-integratie vast, vraag dan (tijdig) een deskundigenoordeel aan bij het UWV. Zowel de werkgever als uw werknemer kunnen een deskundigenoordeel aanvragen.

Zorg dat uw administratie op orde is en lever documenten volledig en op tijd aan.

Maak voor het re-integratieverslag gebruik van de modelformulieren zoals het UWV deze heeft opgesteld, ze kunnen dienen als ondersteuning bij het re-integratieproces en maken het proces voor zowel werkgever als UWV inzichtelijk.

Mis geen mogelijkheden in het eerste spoor. Als er re-integratiekansen zijn gemist doordat het accent op spoor twee is gelegd terwijl er ook mogelijkheden in spoor één waren, bestaat de kans op een loonsanctie. Beter is dat tegelijkertijd op spoor één en twee wordt ingezet.

Een conflict binnen de werksfeer is geen reden om niet actief te werken aan re-integratie. Van partijen wordt verwacht dat zij er alles aan doen om tot herstel van de relatie te komen.

Heeft u vragen over de loonsanctie neem dan contact op met ons advocatenkantoor, advocaat mr. Pieter van der Meulen van Kadanz Advocaten. Ook bij andere vragen over de re-integratie of WIA-keuring en een bezwaar of beroep tegen een WIA uitkering kunt u contact met hem opnemen. Dat kan per e-mail vandermeulen@kadanzadvocaten.nl of per telefoon 085-076 90 36.