Alimentatie en zwarte inkomsten

Zwart inkomen, dat is er niet, althans niet voor de fiscus. In procedures in het familierecht komt zwart geld echter regelmatig aan de orde, vooral als het gaat om kinder- en partneralimentatie. Om de alimentatie te kunnen uitrekenen moet namelijk eerst worden vastgesteld waarvan man, vrouw en kinderen hebben geleefd tijdens het huwelijk of de relatie. Met andere woorden: welke levensstandaard was het gezin gewend? Als die standaard, ofwel behoefte bekend is, kan worden berekend of er een bijdrage voor levensonderhoud voor ex-partner en kinderen moet worden betaald. Maar hoe bereken je de levenstandaard als er voornamelijk van zwarte inkomsten werd geleefd?

Recent heeft de rechtbank Midden -Nederland een uitspraak gedaan waarin de vrouw een beroep deed op een hoge levensstandaard tijdens het huwelijk vanwege zwarte inkomsten. De man ontkende deze inkomsten en verklaarde dat het gezin leefde van € 4000 per maand. Als het gezin met twee kinderen werkelijk leefde van € 4000 per maand, hoe moeten dan de uitgaven aan onder andere high end merken als Gucci, Louis Vuitton, Christian Dior, Chanel en Hermès worden verklaard?

Uit rechtspraak blijkt het belang van een deugdelijke administratie, want wie stelt moet (in principe) bewijzen.

Zwart inkomen voldoende aangetoond

In de volgende casus neemt de rechtbank zwarte inkomsten als uitgangspunt voor de vaststelling en zijn deze inkomsten dus voldoende aannemelijk gemaakt.

Man en vrouw zijn in 2012 met elkaar getrouwd. Uit het huwelijk zijn drie (nu nog minderjarige) kinderen geboren. De man is zelfstandig ondernemer en exploiteert een coffeeshop. In 2019 gaan partijen feitelijk uiteen. De kinderen wonen bij de vrouw.

In het kader van de lopende echtscheidingsprocedure verzoekt de vrouw de rechtbank de door de man aan haar te betalen kinderalimentatie vast te stellen op € 1.896 per kind per maand en de partneralimentatie op € 8.744 netto per maand. Volgens de vrouw leefden partijen tijdens hun huwelijk van circa € 20.000 netto per maand, waarvan het merendeel ‘zwart’ werd verdiend. De man betwist dat en stelt dat hij geen andere inkomsten heeft dan die in zijn belastingaangiften staan vermeld (de winst van zijn onderneming) en dat partijen circa € 4.000 netto per maand te besteden hadden.

De rechtbank overweegt dat zij nu moet gaan beoordelen in hoeverre partijen van zwarte inkomsten hebben geleefd en aan de hand daarvan een bijdrage voor de kinderen en de vrouw vaststellen. Zo wordt dus het genereren van zwarte inkomsten door partijen in stand gehouden. In welke mate er sprake is van zwarte inkomsten, kan de rechtbank – door de sterk uiteenlopende standpunten van partijen – niet vaststellen. Dit betekent dat de rechtbank niet (voldoende) tot een weloverwogen oordeel kan komen over een reële bijdrage van de man in de kosten van levensonderhoud van de kinderen en de vrouw. Daar komt bij dat de rekenwijze van de rechtspraak uitgaat van de fiscale wetgeving, en dus niet toepasbaar is op de situatie van partijen zoals die door de vrouw is geschetst. De rechtbank gaat dan ook niet rekenen, maar stelt een bijdrage vast gebaseerd op de standpunten van partijen.

De kern van de discussie van partijen is de vraag of er gedurende het huwelijk sprake is geweest van (grote stromen) zwart geld of niet. De standpunten van partijen liggen daarin extreem ver uit elkaar. Volgens de vrouw was het netto gezinsinkomen circa € 20.000 per maand, volgens de man circa € 4.000 per maand). Wat partijen per maand te besteden hadden, is zeer onduidelijk en valt voor de rechtbank niet vast te stellen. Maar de rechtbank is van oordeel dat de vrouw voldoende heeft aangetoond dat er (veel) meer geld binnenkwam dan dat er uit de door de man overgelegde stukken blijkt. Dat maakt dat de rechtbank niet van de inkomensgegevens van de man uit kan gaan. De vrouw heeft vele bonnen overgelegd van uitgaven die in 2018 (en ook de jaren daarvoor) door partijen zijn gedaan, waaronder meerdere uitgaven bij high end merken als Gucci, Louis Vuitton, Christian Dior, Chanel en Hermès. Zij becijfert in een opgesteld overzicht (waarbij zij ook vermeende contante uitgaven optelt) de uitgaven van partijen in 2018 op € 208.176,93. Daar bovenop komen volgens de vrouw nog de vaste lasten en (nog meer) contante betalingen.

Na verdere inhoudelijke beoordeling stelt de rechtbank de door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie vast op € 1.754 per kind per maand en de partneralimentatie op € 4.000 per maand.

Rechtbank Midden-Nederland 1 februari 2021

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2021:457

Zwart inkomen onvoldoende bewezen

In een andere procedure is de vrouw er niet in geslaagd om aan te tonen dat het gezin leefde van zwarte inkomsten die hoger waren dan de man beweert. De vrouw is tekort geschoten in haar stelplicht, nu zij haar stelling over de zwarte neveninkomsten van de man, na betwisting van die stelling door de man, niet nader heeft onderbouwd. De vrouw heeft slechts gesteld een – sterk – vermoeden te hebben dat nog steeds wordt bijgeklust en dat het een feit van algemene bekendheid is dat in de sector (schilderwerk) veelal ‘zwarte’ werkzaamheden worden verricht. 

De vrouw heeft alleen haar stelling dat tijdens het huwelijk werd bijgeklust, onderbouwd met de hiervoor geciteerde passage uit het eerste scheidingsbemiddelingsverslag. De man heeft deze stelling van de vrouw betwist. Hij heeft de stelling van de vrouw weliswaar niet gemotiveerd betwist, maar Het hof heeft geen zwarte inkomsten aangenomen.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2010:BL0009

Ook een overzicht van namen en adressen van klanten die van de vrouw zelf afkomstig zijn is zonder nadere onderbouwing niet voldoende.  De overige stukken (afschriften van paspoorten van de man respectievelijk haarzelf met daarin visa en in- en uitreisstempels, stukken met betrekking tot de aanschaf en verkoop van enkele juwelen, gegevens en rekeningen van de tandarts, factuur KPN met bijlagen en foto’s) zijn in het licht van de betwisting door de man niet voldoende ter ondersteuning van de stelling van de vrouw dat gedurende het huwelijk van partijen structureel sprake was van ‘zwarte inkomen’ van de man waarop de door haar gestelde behoefte aan alimentatie (mede) kan worden gebaseerd. Nu een begin van bewijs van die stelling ontbreekt en de vrouw aldus niet aan haar stelplicht heeft voldaan, ziet het hof geen aanleiding haar tot bewijs van haar stelling toe te laten en zal haar aanbod daartoe worden gepasseerd. De conclusie moet dus zijn dat in zoverre de (aanvullende) behoefte van de vrouw niet aannemelijk is geworden. 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2020:2259

Conclusie

Alimentatie is gebaseerd op de welstand van man, vrouw en kinderen tijdens het huwelijk of de relatie. Als een partij stelt dat altijd ruim werd geleefd omdat er zwarte inkomsten waren, dan zal die partij die stelling goed moeten onderbouwen met bewijsmiddelen. De stelling is lastig te bewijzen omdat de andere partij zal ontkennen dat die inkomsten er waren. Bovendien ontbreekt het vaak aan een deugdelijke administratie zodat er geen bewijs is van het zwart werk.

Heeft u vragen over de berekening van kinderalimentatie of partneralimentatie, neem dan gerust contact op met advocatenkantoor Kadanz Advocaten. Bij ons kantoor werken gespecialiseerde advocaten personen- en familierecht.

Telefoon:        085-0769036

e-mail:             info@kadanzadvocaten.nl