Interen met een bijstandsuitkering

Als je te veel vermogen hebt, dan heb je geen recht op een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet (PW). Hoeveel vermogen je in de bijstand mag hebben, is afhankelijk van je leefsituatie; heb je een gezamenlijke huishouding of ben je alleenstaande (ouder). In de onderstaande tabel staat het toegestane vermogen per leefsituatie:

Leefsituatie                                                                          Maximaal toegestaan vermogen

Gezamenlijke huishouding                                               € 12.450

Alleenstaande ouder                                                         € 12.450

Alleenstaande                                                                     €  6.225

Tabel Vermogensgrens bijstand 2020

Heb je meer vermogen dan hierboven genoemd, dan zal er moeten worden “ingeteerd”. Dat betekent dat je eerst je vermogen moet gebruiken om in je eigen levensonderhoud te voorzien, voordat je in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering. Hoe snel je moet en mag interen op je vermogen is aan regels gebonden.  

Onlangs heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een interessante uitspraak gedaan van iemand die te snel heeft ingeteerd op zijn vermogen. Zijn aanvraag om een bijstandsuitkering werd in eerste instantie afgewezen en in tweede instantie is een maatregel opgelegd.

De casus

Betrokkene heeft als erfgenaam een bedrag ontvangen van € 42.062,28. Hij vraagt op enig moment een bijstandsuitkering aan bij de gemeente. Bij zijn aanvraag overlegt hij stukken, zoals bankafschriften en een zogenaamde aanzegbrief van zijn werkgever. In deze laatste brief bericht de werkgever dat het nul-urencontract voor bepaalde tijd te zijner tijd eindigt. De aanvraag om een uitkering op grond van de Participatiewet (bijstandsuitkering) wordt afgewezen omdat het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. Betrokkene heeft niet aangetoond dát hij het vermogen uit de erfenis heeft opgemaakt, noch waaraan hij het geld heeft uitgegeven, aldus de gemeente.

Enige tijd later vraagt betrokkene opnieuw een bijstandsuitkering aan. Bij zijn aanvraag vertelt hij dat zijn vermogen op is. De uitkering wordt toegekend, maar op grond van art. 18 lid 2 PW wordt een maatregel opgelegd wegens ‘tekortschietend besef van verantwoordelijkheid’. De maatregel houdt in dat de uitkering over een bepaalde periode met 20% per maand wordt verlaagd. Betrokkene betwist dat er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Hij had op het moment dat hij de erfenis ontving een baan en verwachtte deze ook te behouden. Hij mocht zijn vermogen dan ook gewoon uitgeven, zo stelt hij.

De CRvB volgt betrokkene niet in zijn stelling. Dat hij op het moment van ontvangst van de erfenis een baan had, betekent niet dat hij zijn vermogen gewoon kon uitgeven. Hij had op het moment dat hij de erfenis ontving en uitgaf, moeten beseffen dat hij te zijner tijd een beroep op bijstand zou moeten doen, aldus de CRvB. Betrokkene had namelijk een tijdelijk dienstverband voor de duur van zes maanden in de vorm van een nul-urenovereenkomst. Zijn werkgever had hem enkele maanden voor afloop al een brief gestuurd waarin stond dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen. Kortom, betrokkene had zijn vermogen voorzichtiger moeten uitgeven. Hij ontvangt wel een bijstandsuitkering, maar met een maatregel (een korting) van 20% per maand.

Interingsnorm

In de Participatiewet staat geen norm met welk bedrag je moet interen op je vermogen voordat je (opnieuw) een aanvraag om een bijstandsuitkering kan doen. Het college moet zelf beoordelen of het interen op een aanvaardbare wijze is gedaan. In zijn algemeenheid wordt een interingsnorm van 1,5 maal de van toepassing zijnde bijstandsnorm, als aanvaardbaar geacht. Onder omstandigheden kan de norm worden verhoogd in verband met hoge woonkosten. Daarnaast kan er aanleiding zijn om het in te teren vermogen lager vast te stellen in verband met noodzakelijke uitgaven, zoals de vervanging van duurzame gebruiksgoederen. Of er te snel is ingeteerd moet worden beoordeeld naar het concrete geval. Als je bepaalde kosten opvoert zal de gemeente van geval tot geval moeten beoordelen of deze kosten verantwoord waren of niet. 

Gevolgen te snel interen

Heb je te snel ingeteerd op je vermogen en moet je daardoor eerder een beroep doen op een bijstandsuitkering dan dat kan er sprake zijn van een tekortschietend besef van de verantwoordelijkheid. Het kan zijn dat de bijstand tijdelijk wordt verlaagd of dat de bijstand wordt afgewezen.

Inlichtingenplicht

Als je een bijstandsuitkering aanvraagt, moet je inzichtelijk maken op welke wijze je het vermogen hebt besteed en hebt ingeteerd op je vermogen. Dat moet je doen met controleerbare bewijsstukken. Met andere woorden, je moet bij de aanvraag bescheiden en documenten laten zien waaruit blijkt waar het geld aan is opgemaakt. Het is dan ook belangrijk om alle eventuele aankoopbonnen goed te bewaren, dus ook van de periode voordat je bijstand aanvraagt. Heb je met het vermogen een schuld of geldlening betaald, dan moet je ook daarvan bewijsstukken laten zien. Zelfs als je denkt dat je geen aanspraak hoeft te maken op een bijstandsuitkering, wordt van je verwacht dat je voorzichtig bent met het uitgeven van vermogen en is het advies om alle bewijsstukken goed te bewaren.  

Heb je die bewijsstukken niet meer dan bestaat dus de kans dat de bijstandsaanvraag wordt afgewezen.

Bij vragen over je vermogen in de bijstand, de interingsnorm of andere vragen over de bijstandsuitkering of Participatiewet neem contact op met Kadanz Advocaten. Dat kan per e-mail info@kadanzadvocaten of per telefoon 085- 0769036.

De hele uitspraak en overwegingen van de Centrale Raad van Beroep vind je hier: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2020:2763.