Betalingsonmacht werkgever

De coronacrisis heeft nog niet geleid tot een grote toename van het aantal faillissementen. De verwachting is dat dit aantal wel zal stijgen, zeker als de huidige steunmaatregelen van het kabinet worden afgebouwd. Ook werknemers zijn de dupe van een faillissement.  Het is dan ook belangrijk dat u als werknemer weet wat uw rechten en plichten zijn als uw werkgever door financiële problemen uw loon niet meer betaalt. Is er namelijk sprake van een faillissement of ‘blijvende betalingsonmacht’, dan komt u als werknemer in aanmerking voor een tegemoetkoming van het UWV, de zogenaamde uitkering wegens betalingsonmacht. Deze uitkering is geregeld in Hoofdstuk IV van de Werkloosheidswet (WW); de artikelen 61 tot en met 68 WW.  In dit artikel kunt u lezen wanneer u daarvoor in aanmerking komt, waar u recht op heeft en wat er van u wordt verwacht als werknemer.

Wanneer is er sprake van betalingsonmacht?

Als uw werkgever het loon, vakantiegeld of vakantietoeslag niet meer betaalt, komt u in aanmerking voor een uitkering van het UWV. Het UWV neemt dan de betaling over van de werkgever. Er moet dan wel sprake zijn van betalingsonmacht. In bepaalde gevallen is dat duidelijk en bestaat er geen discussie, bijvoorbeeld als de rechter de werkgever tijdelijk uitstel van betaling (surseance) verleent, failliet verklaart of als uw werkgever is toegelaten tot een schuldsanering natuurlijke personen (WSNP).

Maar wat als uw werkgever is verdwenen en zich onbereikbaar houdt? Ook dan kunt u aanspraak maken op deze uitkering. Voorwaarde is wel dat u en uw collega’s geen uitzicht meer hebben dat het loon alsnog wordt betaald. Maar ook dat schuldeisers niet meer worden betaald. Er moet, met andere woorden, sprake zijn van betalingsonmacht van uw werkgever en geen betalingsonwil. Het is echter niet altijd duidelijk of daarvan sprake is. U moet als werknemer de betalingsonmacht aannemelijk maken. Als u dat in voldoende mate heeft gedaan dan is het vervolgens aan het UWV om nader onderzoek te doen. Om discussie met het UWV over de betalingsonmacht te vermijden, kan het raadzaam zijn om als werknemer zelf het faillissement van uw werkgever aan te vragen. Bij een faillissement van de werkgever is de betalingsonmacht namelijk duidelijk.

Welke betalingen worden overgenomen door het UWV?

Als door het UWV de betalingsonmacht is vastgesteld dan neemt het UWV de betalingen over die u nog tegoed heeft van uw (ex-)werkgever. Het gaat dan om:

– loon dat u nog niet hebt ontvangen van maximaal 13 weken voor uw arbeidscontract is opgezegd (achterstallig loon). Onder het loon valt ook: overuren, onkostenvergoeding, 13e maand en adv-dagen.

– loon vanaf de het moment dat uw contract is opgezegd tot aan het einde van de opzegtermijn (meestal 6 weken);

– vakantiegeld, vakantiedagen en niet betaalde pensioenpremies van het jaar voordat uw contract is opgezegd.

Het UWV betaalt maximaal 150% van het maximumdagloon.

Het UWV neemt echter niet de betaling over van een ontslagvergoeding of transitievergoeding. Voorzichtigheid is dus geboden als u een vaststellingsovereenkomst sluit met een werkgever die al betalingsproblemen ondervindt. Laat u in die gevallen goed voorlichten door een gespecialiseerd arbeidsrecht advocaat.

Indien u nog andere betalingen tegoed heeft van uw werkgever, die niet worden overgenomen door het UWV, dan kunt u die indienen als een vordering bij de curator die het faillissement van de werkgever afwikkelt.

Misschien hebt u meer geld van uw werkgever tegoed dan de betalingen die u van het UWV ontvangt. Bijvoorbeeld als de werkgever meer dan 13 weken geen loon heeft betaald. Als de werkgever failliet is verklaard kunt u het restant van uw vorderingen indienen bij de curator. Andere schuldeisers, zoals de bank en de Belastingdienst, hebben echter voorrang. Er blijft dan ook meestal niet genoeg over om u te betalen.

U bent uit dienst en heeft nog loon tegoed

Als uw dienstverband is geëindigd, maar uw werkgever heeft u nog niet al het loon betaald vanwege betalingsproblemen dan kan het UWV de betaling van het achterstallige loon ook overnemen. Er moet dan wel een duidelijke samenhang bestaan tussen het eindigen van uw arbeidsovereenkomst en de betalingsonmacht van de werkgever. Deze samenhang wordt niet snel aangenomen. Zo is het onvoldoende dat het destijds bedrijfseconomisch slecht ging met de werkgever en om die reden, kort na uw ontslag ook voor alle andere werknemers een ontslagvergunning is aangevraagd en verkregen. Het is dus van belang dat u uw aanvraag bij het UWV voldoende onderbouwt en voorziet van bewijsstukken. Ook in deze situatie raden wij u aan een advocaat arbeidsrecht te raadplegen.

Als de samenhang tussen de betalingsonmacht en uw ontslag er niet is, en u kunt het achterstallig loon niet te gelde maken omdat de betalingsonmacht later is ontstaan, dan wordt van u verwacht dat u tijdig, voldoende voortvarend en gericht actie onderneemt om uw (ex) werkgever er toe te bewegen dat hij uw loon alsnog betaalt. Heeft u dat niet gedaan, dan zal het UWV uw aanvraag afwijzen. In dergelijke gevallen is het van belang dat wordt vastgesteld wanneer precies sprake was van blijvende betalingsonmacht van de (ex) werkgever. Als u stelt dat dat eerder is dan bijvoorbeeld het faillissement of de datum waarop werkgever is toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, dan dient u dat aannemelijk te maken.

Aanvraag uitkering wegens betalingsonmacht

U vraagt de uitkering wegens betalingsonmacht dus aan bij het UWV. Het UWV moet vervolgens vaststellen dat uw werkgever een blijvend betalingsprobleem heeft of dat hij failliet is verklaard. Vraag de uitkering wegens betalingsonmacht tijdig aan. U moet de aanvraag namelijk indienen binnen 26 weken na de dag waarop uw werkgever u niet meer kan betalen. Als u de aanvraag later indient, kunt u meestal geen uitkering wegens betalingsonmacht meer krijgen. Alleen in geval van bijzondere omstandigheden kan het UWV afwijken van deze 26 weken en het is aan u om deze bijzondere omstandigheden aan te voeren.

Doorstart

Bij een faillissement zal de curator beoordelen of een doorstart mogelijk is. In geval van een doorstart wordt (een deel) van het bedrijf voortgezet. Is een doorstart mogelijk, dan gaat u over naar het “nieuwe” bedrijf. U behoudt dus uw baan. Is er geen sprake van een doorstart dan zal de curator de arbeidsovereenkomst met u opzeggen en u vraagt bij het UWV een WW-uitkering aan. U moet deze aanvraag bij het UWV indienen binnen een week na het einde van de opzegtermijn.

Wordt het bedrijf overgenomen vóór het faillissement dan neemt de nieuwe werkgever u als werknemer over. U ontvangt dan loon van de nieuwe werkgever. Hij betaalt dan ook het loon dat u nog tegoed hebt van uw oude werkgever. U heeft in dat geval geen recht op een uitkering wegens betalingsonmacht. Gaat de overname pas in ná een faillissement? Dan hoeft de nieuwe eigenaar de werknemers alleen in dienst te houden als dat in zijn plannen past. Als de werknemers niet in dienst blijven dan kunnen zij een uitkering wegens betalingsonmacht bij het UWV aanvragen.

Advies nodig?

Als uw werkgever betalingsproblemen ondervindt dan schiet het UWV u als werknemer te hulp, ook als er nog geen sprake is van een faillissement. Neem in dat soort situaties tijdig contact op met een gespecialiseerd advocaat arbeidsrecht. Kadanz Advocaten kan u hierin bijstaan. U kunt daarvoor rechtstreeks contact opnemen met advocaat mr Pieter van der Meulen. Advocaat Van der Meulen is gespecialiseerd in het arbeidsrecht en aangesloten bij de VAAN.

Telefoon 085-0769036

vandermeulen@kadanzadvocaten.nl